compli 1100 E

De compli heeft een aansluitflens DN 80 PN4. De doorgaande drukleiding en de afsluiter worden in DN 80 uitgevoerd. Fecaliën-opvoerinstallaties mogen volgens de bouw- en testbeginselen van de norm EN 12050 alleen worden gebruikt voor de afvoer van fecaliën en huishoudelijk afvalwater (EN 12056, DIN 1986-3) binnen de gebouwontwatering. Ze moeten overeenkomstig de voorschriften van de norm EN 12056-4 met reservoir binnen gebouwen worden ingebouwd, met een vrije ruimte van 60 cm rondom voor bediening en onderhoud. De drukleiding moet tot boven het plaatselijk vastgelegde terugstroomniveau worden geleid en een conform EN 12050-4 geteste terugslagklep moet worden gemonteerd. De ventilatieleiding moet naar het dak worden geleid.

Let op! De aansluitleidingen voor de onderste inlaten aan de zijkant moeten zo dicht mogelijk in de buurt van de installatie worden voorzien van een stuwbochtstuk. Dit bochtstuk moet minstens een hoogte van 180 mm tussen de buisbodem en het opstellingsniveau hebben. De toevoerleiding moet op het hoogste punt van de leiding worden ontlucht.